Genezing van de vrouwen

13B Genezing van twee vrouwen (1 juli 2018 TB)

Wijsheid 1, 13-15; 2, 23-24; Marcus, 5, 21-43

Thema: Geloof doet leven.

Heeft u zich weleens een tijdje in uw leven levend dood gevoeld? In een moeilijke periode waarin het leven eigenlijk overleven was. Een tijd waarin u zich niet werkelijk gezien en bemind wist. Een tijd waarin het echte leven niet stroomde, een tijd misschien waarin u zich angstig voelde, bang voor de toekomst. Misschien voelde u zich geïsoleerd, een vreemde die overal buiten stond, zag u geen kans deel te nemen aan activiteiten die het leven wat kleur geven.

Vandaag horen we in het evangelie over twee vrouwen die zulke ervaringen hebben. Het zijn als het ware twee zusters in de nood, die lijden aan een vergelijkbare kwaal. De een is twaalf jaar, de leeftijd waarop je in Israel volwassen werd en geacht werd de verantwoordelijkheid voor het volle leven op je te nemen. Maar ze is levend dood. De andere vrouw is al twaalf jaar ziek. Ze lijdt aan bloedvloeiingen, staat er. Ook zij komt aan het echte leven niet toe. Haar ziekte isoleert haar van de gemeenschap. Echt menselijk contact is niet mogelijk. En het doorgeven van het leven is voor haar geblokkeerd. Ook in die zin kan ze niet echt vrouw zijn. Ze heeft al van alles geprobeerd om genezing te vinden. Maar het is niet gelukt. Het heeft haar wanhopig gemaakt, al haar geld is verloren en ze staat nog steeds alleen, buiten het echte leven. Ze voelt zich beschaamd en uitgezogen.

Maar dan, als in een laatste wanhoopsdaad zoekt ze zich met kracht een weg door de menigte om de kwast van Jezus mantel, de joodse gebedsmantel, aan te raken. Want iets in haar binnenste zei haar dat die Jezus uit Nazareth op een bijzondere wijze aanraakbaar was, dat er van Hem genezing uitging. Dus verzamelde ze haar laatste beetje moed bijeen en doorbrak het taboe. Ze schond de regels van de onreinheid en kwam Hem nabij. En ze had het goed gezien: Jezus liet zich door haar aanraken en het leidde voor haar tot genezing. Jezus zag haar grote verlangen om bevrijd te worden. Hij haalde haar uit haar isolement en gaf haar toegang tot het volle leven. Of beter gezegd, Hij bevestigt haar in haar eigen geloof: uw vertrouwen is uw redding en heeft u van uw kwaal verlost.

Iets anders gaat het toe bij het meisje van twaalf. Hier is het de vader die zich in geloof aan Jezus’ voeten werpt en om het leven van zijn dochter smeekt. Waarom is de dochter op sterven na dood? Waarom dreigt de knop van het nieuwe leven af te sterven, nog voordat die tot bloei gekomen is? Zijn het wellicht de overbezorgde ouders, die de ontwikkeling tot volwassenheid tegenhouden? Is het misschien de openbare functie van de vader, die een ongedwongen opgroeien van het kind in de weg stond? Als dochter van een synagogebestuurder kende ze mogelijk dezelfde onvrijheid die wij weleens horen van kinderen van dominees. We weten het niet precies. Maar hoe dan ook, het jonge leven wordt bedreigd. Angst om zich echt aan het leven over te geven lijkt de toekomst te blokkeren.

Als Jaïrus later te horen krijgt dat zijn dochter inmiddels gestorven is, zegt Jezus: “Wees niet bang, maar heb vertrouwen, het kind is niet gestorven, maar slaapt”. En tot het kind zelf: “Talita koemi, meisje sta op”. Opnieuw een verrijzenis verhaal. En het is geen hersenschim maar realiteit, binnen het geloof. Want Jezus vroeg de aanwezigen het meisje te eten te geven, net zoals Hij zelf na zijn verrijzenis zal eten en drinken met zijn leerlingen.

Twee vrouwen, schenkers van het leven. Ze staan voor al die vrouwen en meisjes die geen leven hebben. En Jezus laat zich aanraken, zoals Hij zich altijd laat raken door mensen die in de knel zitten. En daarvoor worden, zo nodig, taboes doorbroken. Mensen, mannen en vrouwen, kunnen elkaar genezen door aanraakbaar te zijn, toen en nu. In de eerste lezing horen we dat onze God een God van leven is. “God heeft de dood niet gemaakt, Hij vindt geen vreugde in de ondergang van hen die leven”. Jezus, die Gods beeld op aarde is, handelt in zijn Naam. En geeft ons het voorbeeld. Het gaat om werkelijke ontmoeting tussen mensen. Mensen die zich laten aanraken, terwijl ze zelf kwetsbaar zijn. Zo worden ze elkaars gelijken.

Durven wij dat? Voor wie ervoor open staat, zijn er vele situaties die om een handgebaar vragen, een aanraking. Velen voelen zich geïsoleerd, buitengesloten, eigenlijk levend dood. We worden opgeroepen elkaar terug te halen in de gemeenschap, ook binnen de kerk. Opdat het echte leven weer kan stromen. Moge het zo gaan. Amen.

PLK