10 mei, Hemelvaart

Hemelvaart van de Heer 10 mei 2018

Hand. 1, 1-11; Marcus 16, 15-20

Enkele jaren geleden mocht ik, met een grote groep studenten van De Tiltenberg, de opleiding tot diakens en catechisten, het Heilig Land bezoeken. Het was een heel inspirerende reis. Het voelt als heel bijzonder je voeten te zetten op de grond waar ooit onze Heer gegaan is en met je eigen ogen het landschap te zien dat Hij heeft waargenomen. Als je dan tussen de graanvelden door een heuvel afdaalt, met uitzicht op het Meer van Galilea, of met een vissersbootje het water oversteekt, gaan de verhalen uit het evangelie op een nieuwe manier leven. Als je verblijft in de zaal welke de traditie aanwijst als de zaal van het laatste avondmaal en tevens de zaal waar de apostelen de komst van de Heilige Geest mochten ontvangen, beleef je dat als een bijzondere ervaring. En zo zijn er nog vele plaatsen en momenten waar de geloofsverhalen wel heel concreet worden.

Een enkele keer bekruipt je ook wel eens het gevoel: dat is wel heel sterk dat de traditie deze herinnering zo precies heeft bewaard. En soms wordt het ook wel wat komisch als er bijvoorbeeld een katholieke en een protestante versie is van de exacte plek van het herdersveld waar de engelen de geboorte van Christus aankondigden. En zo zullen er hier en daar ook wel wat commerciële motieven meegespeeld hebben bij de aanduiding van de locatie van vroegere gebeurtenissen. Maar dat hoeft de oprechte pelgrim niet te hinderen.

Wat ik niet ben tegengekomen is de plaats waar Jezus ten hemel zou zijn opgenomen. Zo’n plek blijkt er overigens wel te zijn, inclusief – zo zegt men – de voetafdruk in de rotsbodem vanwaar Jezus ten hemel voer. Misschien is maar goed, dat we die plaats gemist hebben. Want dat zou waarschijnlijk wel erg vreemd gevoeld hebben. Alsof er een locatie zou zijn waar ooit een filmcamera (als die toen al had bestaan) een spektakel van ongekende orde had kunnen vastleggen. Als we zo de lezingen van vandaag willen verstaan, dan moeten we onvermijdelijk ergens vastlopen. Hemelvaart is geen ruimtevaart. Wat dan wel?

Hoewel de kerk de feesten van Pasen, Hemelvaart en Pinksteren liturgisch heeft gescheiden, gaat het theologisch om één groot geheim dat wij vieren. Dat geheim luidt: de Heer is nog steeds, in zijn Geest onder ons aanwezig. Als wij in zijn Naam bijeen zijn en elkaar Zijn hoop en liefde doorgeven, werkt Hij met ons mee. Dat wordt bedoeld met: Hij zit aan de rechterhand van God.

In de eerste lezing, uit de Handelingen der Apostelen, wordt gezegd dat de leerlingen op velerlei wijzen hebben ervaren dat de Heer op een bijzondere manier en heel concreet onder hen aanwezig was. Bange vogeltjes, die waren weggevlucht van het kruis, ontvingen nieuwe kracht en moed. Ze durfden opnieuw te getuigen van wie Jezus voor hen geweest was. Ze realiseerden zich dat ze niet moesten blijven steken bij het verleden. Ze voelden zich geroepen in Jezus geest verder te gaan en ze trokken erop uit om zijn goede boodschap overal uit te dragen. Daarbij mochten ze ervaren dat de Heer met hen meewerkte, zegt Marcus in het evangelie.

Jezus beloofde zijn leerlingen dat de verspreiding van het geloof door bepaalde tekenen vergezeld zou worden. Waar het geloof wordt aangenomen zullen demonen worden uitgedreven. Angsten en kwade machten zullen verdwijnen. Nieuwe talen zullen de leerlingen spreken. Taalbarrières zullen worden opgeheven, de taal van de hoop en vergeving zal klinken. Slangen zullen de leerlingen opnemen, het dodelijk gif zal hen niet deren. Het venijnige gif dat mensen verziekt zal de leerlingen niet kapot maken.

Het klinkt haast als te mooi voor woorden. Geldt dit ook nog voor ons, in deze tijd? Kunnen wij ook nog ervaren dat de levende Heer met ons is, als wij samen trachten te geloven en te leven in zijn Geest? Durven wij vertrouwen te houden in de toekomst van de Kerk, of staren we teveel naar het verleden, toen het allemaal zoveel vertrouwder en duidelijker was? Ook voor ons geldt de boodschap van de engel: “Wat staat ge naar de hemel te kijken?” En net als de apostelen worden ook wij opgeroepen eropuit te trekken om overal de boodschap uit te dragen. En dan mogen we erop vertrouwen, zegt het evangelie, dat de Heer met ons meewerkt en dat er ook nu toekomst zal zijn voor de Kerk, in welke vorm dan ook. De heilige Geest zal ons daarbij vergezellen. Dat is de grote belofte van deze paastijd.

Straks mogen de we aanwezigheid van de levende Heer weer ervaren in het breken en delen van het brood. Hij leeft verder, zijn werk gaat door. Hij zit niet alleen aan de rechterhand van een God ver weg. God is immers overal waar wij Hem binnenlaten. Heel nabij kunnen wij Hem ontmoeten. Zo ook zijn Zoon. Hij leeft in de harten van zijn gelovigen. Jezus blijft leven zolang er nog mensen zijn die van zijn boodschap getuigen. “Doe wat Ik u geleerd heb, en kijk niet in heimwee achterom”, hoorden we van de engelen. De engelen hadden uiteraard gelijk: we hoeven geen stijve nek te krijgen omdat we Jezus nakijken. Want hemelvaart speelt zich hier af op aarde, wanneer we Hem navolgen in onze liefde voor elkaar. Laten we, op weg naar Pinksteren, bidden dat de Geest van de Heer ons kracht en inspiratie mag blijven schenken, ook in een tijd die voor zijn blijde boodschap soms weinig open lijkt te staan. Amen.

PLK, hemelvaart 2018