Kerstmis

Kerst dagmis 2017 in TB

Jesaja 52, 7-10; Hebreeën 1, 1-6; Johannes 1, 1-5.9-14

Vannacht hoorden we het idyllische kerstverhaal van Lucas. Een verhaal met engelen, herders en schapen. Maar ook met vluchten, geen plaats in de herberg. We kennen het zo goed van onze kerststal. Maar vanmorgen horen de wat filosofische beschouwing van de evangelist Johannes. In dichterlijke woorden schetst hij ons wat er bijzonder is aan deze geboorte.

Het woord van God is vlees geworden, het kreeg gestalte in de persoon van Jezus van Nazareth, zegt Johannes. In hem komt God zelf aan het licht. We vieren met Kerstmis dat God van zich heeft laten horen en zich heeft laten zien. God is mens geworden.

De entree van God in deze wereld was als een licht dat de duisternis verdrijft. Niet iedereen stond open voor dit licht. Maar zij die het licht aannamen, kregen het vermogen kinderen van God te worden. Zij traden in het voetspoor van Jezus en verspreidden troost, genezing en liefde om zich heen.

Dat was toen. Maar waarom is Kerstmis voor ons nog altijd actueel? We hoorden in de liturgie: Heden is u een redder geboren. Vandaag krijgen we de vraag voorgelegd: kan God opnieuw geboren worden in jouw leven? Elke dag opnieuw. Staan wij open voor zijn vreugdevolle en bevrijdende boodschap? Mag zijn woord opnieuw vlees worden in mijn leven?

God komt in ons “tot leven” als wij ons laten bevrijden uit onze geslotenheid en ons openstellen voor de ander. Wanneer wij ons, net als Jezus, werkelijk bekommeren om onze medemens. Wanneer we hongerigen voeden, gevangenen bezoeken, vreemdelingen verwelkomen.

God komt in ons “tot leven” als wij geven zonder iets terug te verwachten, als we vergeven aan wie ons iets heeft aangedaan, wanneer wij durven liefhebben wie ons haten, wanneer we vrede en gerechtigheid voor alle mensen nastreven. Want dan geven we God de kans in ons leven God te zijn, om opnieuw geboren te worden in deze tijd.

Dat klinkt al een stuk minder romantisch. Met Kerstmis wordt ook een appèl op ons gedaan. ‘Kinderen van God worden’ vraagt om solidariteit, gastvrijheid. Juist hierin wordt incarnatie werkelijkheid. God laat de verwerkelijking van zijn koninkrijk aan ons over. Hij heeft ons nodig. Wij zijn zijn handen en voeten op aarde.

Het woord van God laat ons dus niet ongemoeid. Jezus roept op tot navolging, tot belangeloze liefde. Als je hem ziet, weet je hoe je moet leven om een ander tot licht te zijn. En zo wordt God in ieder van ons geboren. Wanneer wij God zien in de ander, creëren we een ruimte in onszelf waarin God zijn werk kan doen.

Waarom is God mens geworden? “God werd mens opdat wij God zouden worden”, schreef de kerkvader Athanasius. Een sterke zin. Wij zouden misschien zeggen: opdat wij zouden inzien wat de goddelijke bedoeling met ons leven is. Een redder is ons geboren. Waarvan moeten we gered worden? Misschien moeten we bewogen worden van onze benauwde zelfzucht naar een vrolijke gerichtheid op de ander. Opdat er in deze wereld iets waar wordt van het gezegde dat God zijn zon doet opgaan over goeden en slechten. We worden uitgenodigd zelfs onze vijanden lief te hebben. Want God werkt niet met de logica ‘voor wat hoort wat’. Voor hem is het leven een onvoorwaardelijk geschenk, waarin liefde en vergeving centraal staan. Hij is geen boekhouder, die onze zonden telt. In zijn logica van genade zijn de laatsten de eersten en heeft de berouwvolle zondaar meer van het rijk der hemelen begrepen dan de trotse tempeldienaar die het allemaal zo goed weet.

Heden is u een Redder geboren, een Licht voor de wereld. De vraag is wel: is ons verlangen om bevrijd te worden groot genoeg? Hebben we werkelijk behoefte aan goddelijk licht in ons leven? Of voelen we ons daar te groot voor? Wij zijn immers mensen van deze tijd. Onze zelfstandigheid en autonomie is ons heilig! We lossen alles zelf wel op. Willen we ons echt laten vrij maken van alles wat ons beknelt, onze zorgen voor de dag van morgen, onze angsten om wat mensen van ons vinden? Jesaja kondigt aan dat het Kind dat deze nacht is geboren in staat is het juk dat op onze schouders drukt stuk te slaan. Alle kramp zal Hij van ons wegnemen, als echt bevrijde mensen zullen we in het leven staan. Is dat niet een fantastisch perspectief?

Dat is de blijde boodschap die de Kerk vandaag, in navolging van Jesaja en de engelen, opnieuw mag verkondigen. Mensen die op zichzelf zijn teruggevallen, afgesneden van het echte leven, worden uitgenodigd zich weer te laten inspireren door de heilige Geest van God. En we zullen elkaar herkennen als zusters en broeders, kinderen van diezelfde Vader. We zullen minder opgesloten zijn in onszelf, meer gericht op elkaar. En we zullen iets bijdragen aan de vrede waarover de engelen in deze nacht zongen. Dan wordt het een zalig kerstfeest en een gezegend Nieuwjaar.

PLK, 25.12.17