4 september 2016 - Een echte keuze

23C 4 sept. 2016, Een echte keuze (TB)

Wijsheid, 9, 13-18; Lucas 14, 25-33

Thema: wie echt kiest, laat los

In het evangelie dat we zojuist gehoord hebben geeft Jezus ons drie opdrachten:

1 Stel in je leven de zaak van God en de persoon van Jezus op de eerste plaats.

2 Relativeer daarvoor het belang van status en bezit, van je familie, ja zelfs het belang van jezelf.

3 Probeer jouw taak, jouw opdracht in het leven te verstaan en ga daar vol voor, ook al moet je daarvoor een prijs betalen. Het is het waard.

Allereerst dus de eis om de zaak van God en de persoon van Jezus in je leven op de eerste plaats te zetten. Het evangelie van vandaag begint met te zeggen dat talloze mensen met Jezus meetrokken. Kennelijk ging er van zijn woorden en zijn optreden een grote aantrekkingskracht uit. Maar Hij kent de oppervlakkigheid en tijdelijkheid van de menselijke fascinatie en zegt: wie echt mijn leerling wil zijn, zal er volkomen voor moeten gaan en zich moeten losmaken van alle normale banden in het leven, zoals familie en bezit. Elders in het evangelie (Mat. 13) lezen we het verhaal van een man die op zoek is naar de grootste schat die er in het leven te vinden is. Als hij die gevonden heeft verkoopt hij alles wat hij bezit, om die schat te kunnen verwerven. Opnieuw gaat het om het besef dat er in het leven iets heel groots te vinden is, waarbij allerlei andere zaken verbleken. Maar dan moet je er wel echt voor kiezen.

Wat houdt die schat in en hoe vinden we die? De schat wordt in verband gebracht met het komen van het Rijk Gods. De weg ernaar toe is het consequent leerling zijn, dus de weg gaan die Jezus ons voorging. Dat is altijd de weg naar de ander. Want in de ander kunnen we Jezus ontmoeten. Daarvoor moeten we radicaal afstand nemen van wat we normaal vinden: de oriëntatie op onszelf en onze directe dierbaren. Bezit, status en macht zullen we moeten loslaten. Door dat leven los te laten, zullen we het echte leven vinden, zegt Jezus.

We zijn daarmee al beland bij ons tweede punt: relativeer het belang van status en bezit, van je familie, ja zelfs het belang van jezelf. De tekst spreekt zelfs over “haten”, om maar duidelijk te maken dat het hier gaat om een absolute prioriteit. Het is een opdracht die ons zeer tegen de haren instrijkt. Bijbeluitleggers nemen aan dat het bij het woord “haten” om een overdrijving gaat die samenhangt met het Hebreeuws. Jezus bepleit hier geen opheffing van het vierde gebod (Eer uw vader en uw moeder). Toch blijft staan dat hier een leraar spreekt die ons zegt onszelf en onze dierbaren op de tweede plaats te zetten ter wille van Hem en de idealen van het Rijk Gods. Geen aardse liefde, geen wereldse binding mag gaan boven de liefde tot God. Het gaat om een levenshouding van gerichtheid op de ander, om te beginnen de meest kwetsbaren. God en de komst van zijn Rijk moeten het hoogste goed zijn in je leven.

Punt drie: Probeer jouw taak, jouw opdracht in het leven te verstaan en ga daar vol voor, ook al moet je daarvoor een prijs betalen. Jezus raadt ons aan niet over één nacht ijs te gaan. Denk er goed over na en maak een degelijk plan, net als die man die een toren wilde bouwen en de koning die ten strijde trok. Zo is het ook in de kerk en in ons leven. Aan halfslachtige christenen heeft de wereld weinig boodschap. Zij dragen niet veel uit. Zij raken te gemakkelijk bedolven onder de entertainment- en consumptiecultuur van onze samenleving. Nee, zegt Jezus, jij… als jij mij echt wil volgen, probeer dan het plan van God in jouw leven te verstaan. Daarvoor is de wijsheid nodig, waarover in de eerste lezing werd gesproken. En als je meent Gods stem te hebben verstaan, ga er dan consequent voor. Zeg ja met heel je wezen. Loop niet weg voor het kruis dat ongetwijfeld ook aan die weg verbonden is. Geef je leven voor anderen, zoals Jezus deed, breng hen tot leven. Voed de hongerigen, geef dorstigen te drinken. Geef aandacht aan wie daaraan behoefte heeft, geef troost en moed aan wie moet lijden. Bied verlichting en hoop aan hen die het leven niet meer zien zitten.

In onze samenleving worden christenen tegenwoordig vaak wat meewarig bekeken, als mensen die een beetje achter lopen. Jezus zelf maakt het onderscheid tussen volgers en niet-volgers heel anders. Hij ziet enerzijds veel mensen die heel goed zorgen voor zichzelf en hun naaste verwanten. Dat is iets van alle tijden. Zo zijn mensen. Maar wie Mij wil volgen, zegt Jezus, is niet alleen goed voor zichzelf en zijn naaste verwanten, maar heeft ook zorg voor anderen. Gelovigen zijn geen mensen die een beetje achterlopen, maar mensen die verwachten in het gelaat van de ander Christus zelf te ontmoeten. Daarbij proberen ze hun onverschilligheid en cynisme te overwinnen.

Wie echt wil kiezen in het leven, moet bereid zijn andere dingen los te laten. Dat is de rode draad vandaag. Laat alles los wat tussen jou en God in staat, om zo in vrijheid te kunnen leven en het Rijk Gods dichterbij te brengen. Amen. PLK