29 mei 2016; Sacramentsdag
Sacramentsdag, 29 mei 2016
Genesis 14, 18-20; 1 Kor. 11, 23-26; Lucas 9, 11b-17
Thema: Zijn lichaam worden
Sacramentsdag 2016, geen processie met bruidjes, zelfs geen eucharistie vandaag in de Titus. Helaas, maar we maken het toch zo mooi en waardig mogelijk. En we vieren dat we het lichaam van Christus mogen worden. Want dat is onze opdracht.
Nu is dat gemakkelijk en snel gezegd. Maar wat stellen we ons daarbij voor en wat zit er allemaal achter? Daarvoor moeten we allereerst terug naar Witte Donderdag. Wat gebeurde er op deze laatste avond van Jezus’ leven? O ja, toen werd de eucharistie ingesteld, zeggen we dan en denken het weer te weten. Misschien toch weer te snel. Want wat betekende dat nu precies, zo’n Nieuw Verbond?
Witte donderdag was, ook in de herinnering van de apostelen, allereerst een avond van verraad. Waren ze immers niet allemaal gevlucht toen het erop aankwam? Ja, Judas had Hem uitdrukkelijk verraden, maar ook Petrus had Hem tot driemaal toe verloochend. En wie stonden er uiteindelijk onder het kruis? Slechts Johannes en enkele vrouwen, waaronder zijn moeder Maria en Maria Magdalena.
Zo werd wat wij tegenwoordig Goede Vrijdag noemen voor de leerlingen een dag van het verlies van alle hoop en zekerheden. In één klap werden hun al hun idealen en toekomstdromen ontnomen. De schok van het kruis maakte hen tot bange vogeltjes die zich opsloten in een bovenkamer, uit angst dat ze hetzelfde lot zouden moeten ondergaan.
Maar dan komt die merkwaardige ommekeer, die wij aanduiden met Pasen. De groeiende ervaring dat dit het einde niet is. Verhalen over verschijningen en ontmoetingen met de Heer doen de ronde. Vrouwen gaan voorop. Maria Magdalene herkende Hem bij het uitspreken van haar naam. De Emmausgangers bij het uitleggen van de Schriften en bij het breken van het brood. En zo groeit het paasgeloof. De wanhoop van Goede Vrijdag wordt geleidelijk overwonnen. De leerlingen vinden een zekerheid van een andere orde, ook de apostel Tomas. Er ontstaat nieuwe hoop in een duistere wereld.
Dat is typerend voor het paaskarakter van ons christelijk geloof. Het is een hernieuwd moment van vertrouwen, nadat eerst alle grond onder onze voeten is weggeslagen. Het gaat als het ware om een herontdekt geloof, een geloof van de tweede adem, zegt Tomas Halik, een ‘tweede naïviteit’ noemde Paul Ricouer het eerder.
Die beweging, van ineenstorting van alle hoop tot geleidelijk ontdekken van nieuw geloof, kunnen we mogelijk ook ontdekken in ons eigen leven. Misschien heeft u in uw leven lange tijd getwijfeld of er wel een goede God bestaat, in wiens handen uw leven veilig is. Misschien ervaart u het wel als een permanent spanningsveld, wat nooit helemaal over gaat. Is er dan iets waarop u uiteindelijk toch durft te vertrouwen? Waren er momenten waarop Gods liefde werkelijk voelbaar werd? Waren er mensen om u heen in wie deze liefde gestalte kreeg?
Net als bij de apostelen mogen wij Jezus telkens opnieuw herkennen in de vreemdeling bij het breken en delen van ons brood. Juist in ons breken en delen van het brood rond de tafel van onze Heer ligt de sleutel tot verstaan van dit diepe geheim. Het geheim van Sacramentsdag.
Jezus herinterpreteert voor ons de Schriften en laat in zijn eigen leven zien waar het op aan komt: telkens opnieuw opstaan en je leven geven aan elkaar. Als u straks de communie ontvangt met de woorden ‘Lichaam van Christus’, dan slaat dat niet alleen op de hostie. Het is ook een oproep aan de communicant om samen met de anderen het Lichaam van Christus te worden. Want op de laatste avond van zijn leven heeft Jezus ons de opdracht gegeven aan Hem te blijven denken en met Hem en elkaar verbonden te blijven. Als gemeenschap van de Heer willen wij er ons voor inzetten om te blijven doen wat Hij heeft voorgedaan: Gods liefde in deze wereld zichtbaar maken en zijn Naam: ‘Ik zal er zijn’ waarmaken.
Hoe is Jezus onder ons aanwezig? Misschien moeten we ons laten verrassen, zoals de Emmaüsgangers die hem herkenden in een vreemdeling, toen die voor hen de Schriften herinterpreteerde. Wellicht heeft de vreemdeling van vandaag ook ons iets nieuws uit te leggen. Dan moeten we wel bereid zijn om weer eens met nieuwe oren te luisteren en met nieuwe ogen te zien. Is dat niet waartoe Jezus ons telkens uitnodigt? Opnieuw geboren worden, gaan zien met de ogen van kinderen. Het zijn thema’s die in het evangelie regelmatig terugkeren. Proberen we dat of denken we stiekem dat we het allemaal wel weten en niet meer hoeven te veranderen? Zou dat niet een gemiste kans zijn?
Moge de beweging van ommekeer in het paasgeloof ook voelbaar en zichtbaar blijven in ons leven, opdat wij open en solidair zijn voor elkaar, in zijn Naam, in een Nieuw Verbond. Amen.
Paul Koopman