22 november 2015: Christus koning. Wij zijn dienaren?

Christus Koning 22 november 2015

 

U alle van harte welkom op deze laatste zondag van het kerkelijke jaar 2014/ 2015.

We vieren het feest van Christus Koning.

Vroeger was het een triomfalistisch feest. De Rooms Katholieke Kerk toonde zich in alle pracht met vaandels, vlaggen en processies.

Nu zijn we wat bescheidener geworden. De katholieke gemeenschap vertoeft aan de rand van de samenleving en hoeft niet meer zo nodig gezien te worden.

Christus Koning is nu een dag van bezinning geworden met als belangrijkste gewetensvraag aan onszelf:

wil ik in mijn dagelijks leven dienaar van Christus Koning zijn?

Willen we stil worden en daarna zingend bidden om ontferming in het Kyrie en Hem dankbaar loven in het Gloria.

 

Openingsgebed

Goede God, U hebt uw Zoon Jezus tot Koning verheven

over al wat is en zijn zal.

Wij vragen U dat wij Hem mogen dienen in geest en waarheid.

Leid ons die in zijn voetspoor onze wegen gaan

eens het Koninkrijk binnen van eeuwige vrede.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer.

 

 

Gebed over de gaven.

Goede God, om te getuigen voor de waarheid heeft Jezus zijn leven gegeven.

Gestorven aan het kruis heeft hij ons allen verzameld tot een volk.

Mogen wij gevoed door Zijn Brood en Wijn koninklijk gul zijn voor elkaar

en in eensgezindheid en vrede leven.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer.

 

 

Slotgebed

Goede God, aan het einde van dit kerkelijke jaar gekomen vragen wij om moed om ook in het komend jaar dienaar van Koning Jezus te zijn.

Dat wij op onze plaats in kerk en samenleving de menselijkheid bevorderen waardoor ook de geringste mens tot zijn recht kan komen.

Help ons deze wereld om te vormen tot een Koninkrijk van waarachtige vrede.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer.

 

Overweging

 

De evangelielezing is een gesprek van misverstanden. Het lijkt wel of Pilatus en Jezus elkaar niet begrijpen. Dat is ook de bedoeling van Johannes de evangelist. Langs de weg van misverstanden wil hij ons tot de waarheid brengen.

 

Als we ons inbeelden dat wij tweeduizend jaar geleden toeschouwers zijn bij het huis van Pilatus, wat zien we dan?

Dan zien we Pilatus zitten op een rechterstoel op het bordes. Hij is de afgezant van de keizer. Hij bestuurt het land namens de keizer. Met wrede hand slaat hij overal in het land opstandjes neer. Altijd heeft hij conflicten met leiders van het joodse volk.

Tegen zijn zin en vermoeid van alle geruzie moet hij weer recht spreken in een religieuze twist waar hij niets van snapt.

Vóór en op de trappen naar het bordes staan de joodse religieuze leiders. Om de vrede in het land te bewaren wil Pilatus hen te vriend houden. Hun problemen interesseren hem eigenlijk niet, maar hij moet wel omdat ze het volk beïnvloeden. Bovendien hebben de hogepriesters ook nu veel volk mee gebracht. Volk dat door hun geroep en geschreeuw gevaarlijk lastig kan worden. Populisme is van alle tijden.

Dan zien we ook Jezus staan. Geboeid. Vermoeid. Een man die best wel uitstraling gehad zal hebben maar die nu een zielige vertoning is. Pilatus voelt zelfs enig medelijden met hem. Macht – volkswil - Jezus.

Dan begint het gesprek.

“ Ben je de koning van de joden?” Dat is de aanklacht die de joodse leiders tegen Jezus in brengen. Daarmee suggereren ze tegen beter weten in dat Jezus een opstand in het land wil beginnen, een mensenmassa met zich mee wil krijgen, de Romeinen uit het land wil verjagen, de keizer zijn macht ontzeggen. Daarmee zeggen joodse leiders: ” Pilatus, doe wat je doen moet. Doe wat je altijd doet. Dood deze tegenstander.” Ze pleiten voor een politieke moord.

Pilatus doorziet het spel van de joodse religieuze overheden en heeft er duidelijk geen zin in. Daarom vraagt hij Jezus: “Wat heb je gedaan?”

Daar geeft Jezus geen antwoord op, maar bevestigt wel dat het woord koning op zijn plaats. “Mijn koningschap is niet van deze wereld. Ik heb geen legers, Geen dienaren die voor mijn ten strijde trekken. Mijn koningschap is niet van hier”

Verbaasd vraagt Pilatus aan die geboeide en schamele gestalte voor hem:

“Je bent dus toch koning?” Hij kan zich niet indenken dat er een Koninklijke mens voor hem staat die in zijn vernedering zelfverzekerd zegt: “Ja koning ben ik”.

Dan openbaart Jezus de kern van zijn koningschap: “Ik ben geboren en gekomen om getuigenis af te leggen van de waarheid”.

De waarheid is precies het tegendeel van wat Pilatus en de religieuze leiders belichamen. Pilatus wil macht hebben door zijn onderdrukkende legermacht. De religieuze leiders willen macht hebben door hun visie aan anderen op te leggen.

De waarheid is weerloos en vraagt er alleen maar om beluisterd en aanvaard te worden. Van die weerloze waarheid komt Jezus getuigen. Getuigen ten dode toe.

Zoals Hij daar staat in die weerloze vernedering, getuigt Hij dat in God geen geweld is. Dat Gods macht niets van doen heeft met welke vorm van geweld ook.

Wat is nu de weerloze waarheid die Jezus verkondigt? Deze waarheid is dat kleine mensen kostbaar zijn in God ogen. De waarheid is dat Jezus is gekomen om met de randfiguren van de samenleving een nieuwe maatschappij op te richten. Een maatschappij waarin voor machtsmisbruik en onderdrukking geen plaats is. Een maatschappijn waarvan liefde en gerechtigheid de grondwoorden zijn. Niet het eigenbelang of groepsbelang zal ons leiden, maar het welzijn van de geringste mens zal ons ter harte gaan: de vreemdeling, de vluchteling, de zieke, de vereenzaamde, de hongerige en de dorstige. Om actueel te zijn voeg ik toe: ook de verdoolde en door drugs verpeste geesten van Moslimjongeren die zich tot godsdienstig fanatisme laten verleiden. Juist deze jongeren zijn misdadiger en slachtoffer tegelijk. Zij hebben eerder hulp nodig om in de maatschappij te leven dan om als gestraften vijand van de samenleving te worden. Ook zij dienen ons ter harte te gaan. Deradicalisering helpt meer dan isolement. Deze waarheid is niet soft maar vraagt wel veel inspanning.

 

In onze dagen maken we mee dat onze politieke leiders roepen dat we in oorlog zijn.

De verstandigen onder hen beseffen dat het beeldspraak is. De schreeuwers onder hen roepen dat we alle denkbare militaire middelen moeten inzetten om Islamitische Staat te bestrijden.

Een onafhankelijk journalist in Raqqa vertelt dat wat de IS bevrijd gebied noemen, gebied is waarin de mensen zich bezet en onderdrukt voelen. Niets geen bevrijding! In de stad Raqqa die nu gebombardeerd wordt sterven weerloze kinderen en ouderen. Ook heel veel vrouwen en mannen die met oorlog en terreur niets van doen willen hebben. Zij, -deze Moslims, - zijn even onschuldig als de jongeren van Parijs.

Het is heilloos als religieuze waandenkbeelden het kleed aan trekken van politieke en militaire macht zoals Islamitische Staat doet. Het is even heilloos om te denken dat je met nóg meer geweld, met nóg meer bommen een verziekte mentaliteit kunt genezen zoals politieke leiders hier denken.

Maar welk antwoord kunnen we dan geven op terreurdaden tegen onschuldige burgers? De gekozen oplossing om terroristen aan te pakken en onschadelijk te maken, desnoods met geweld, is nu zeker geboden. Grotere oplettendheid en meer beveiliging zijn nu logische stappen. Maar fanatisme met groter geweld bestrijden zal uiteindelijk nooit kans van slagen hebben.

Het waarachtige antwoord op de vraag hoe nu verder in onze samenleving komt niet van hier, niet van deze wereld. Gods koninkrijk is midden in de wereld en tegelijk niet van hier. Het antwoord is het waagstuk van de liefde ten einde toe zoals pater Frans van der Lugt heeft voorgedaan in Holms. Of dat van de zusters en broeders in Aleppo die bij hun mensen blijven. Te midden van de puinhopen laten zij iets van Gods Koninkrijk zien. Misschien hebt u het ook gezien: de vader met het jongetje in Parijs. “Papa, bloemen en kaarsen beschermen ons tegen geweren.” “Ja, mijn zoon”.

Groeikracht van bloemen en licht van kaarsen zijn niet van hier. Zij zijn gaven van God ons in handen gegeven om uit te dragen. Wat Pilatus nooit zal weten is dat door het duister van de dood heen het licht van de Verrijzenis straalt. Als alle aardse macht verbleekt is, zal de liefde van Christus blijven stralen.

We zongen in het openingslied:

Het lied in alle talen zal zijn liefde loven overal

en uit de kindermond ontspringt de lofzang die zijn naam omringt.

“Papa, bloemen en kaarsen beschermen ons toch.” Gelooft u deze waarheid?

 

Pastor         Bidden wij tot Koning Christus die opkomt voor de kleine mens

         en die ons de liefde leert.

 

Lector          Dat uw kerk aan de samenleving

de boodschap van het Koninkrijk Gods blijft voorhouden.

Dat wij méér in de liefde geloven dan in het geweld.

S T I LT E   Laat ons bidden.

 

Lector          Dat de samenleving haar rust en kalmte hervindten haar vertrouwen stelt in de rechtspraak volgens de wetten van ons land.

Dat wij  onze hoop méér stellen op ontmoeting en gesprek

dan op straf en isolement.

                   S T I LT E   Laat ons bidden

 

Lector          Voor de slachtoffers van geweld  door wie dan ook bedreven.

Dat deze mensen het geloof in het leven niet verliezen.

Geef hen de kracht om op te staan.

S T I LT E   Laat ons bidden

 

Lector          Voor onze Titus Brandsma geloofsgemeenschap .

Voor de zieken. Om genezing.

Voor de bedroefden. Om troost.

Voor de vereenzaamden. Om aandacht.

Voor onze persoonlijke intenties en voor de intenties uit het boek. …

Verhoor deze gebeden op voorspraak

van de H. Anna en de Z. Titus Brandsma.

S T I LT E   Laat ons bidden

 

Pastor

Goede God, help ons in woelige tijden ons vast te houden aan de belofte van het komende Koninkrijk . Maak onze harten onze handen bereid ons er nu reeds voor in te zetten. Door Christus onze Heer. Amen.