15 november 2015 . 33e zondag door het jaar. Tom Buitendijk

 

33dhj2015 Ouderkerk

 

Inleiding

Van harte welkom in deze viering.

Wij worden door Jezus uitgedaagd de tekenen van de tijd te verstaan.

Hoe duiden wij onze tijd en onze wereld?

Maar bovenal: ontdekken we signalen van God?

Zien wij richting en zin in wat er gebeurt?;

Houden we hoop voor de toekomst en zijn  we onbevreesd voor wat komen gaat?

Soms grijpen traagheid en onverschilligheid ons aan.

Het zal mijn tijd wel duren. Daarmee redden we het niet.. met passiviteit leveren wij

geen bijdrage aan de redding van de wereld.

Willen we God en elkaar om vergeving vragen en om nieuwe moed.

 

Overweging :  Wees niet bang.

We kunnen er niet om heen: als we onze tijd willen beschrijven dat we dan het woord ‘crisis’  in de mond nemen. De aanslagen in Parijs ontwrichten heel de samenleving en brengen onzekerheid, verwarring  schrik met zich mee.  400 kilometer is niet ver hier vandaan . Het terrorisme is een vijandige sluipmoordenaar.

Maar ook het terrorisme heeft zijn achtergronden.  Het zijn geplande aanslagen op onschuldige burgers met het doel om chaos in onze samenleving te scheppen. Terrorisme is ook zelf uiting van botsende beschavingen en maatschappijen. 

 

Volgens velen die oppervlakkig kijken is er vooral een ‘economische crisis’.  Anderen die dieper inzicht hebben, zien ook ‘crisis van de beschaving’, het teloor gaan van christelijke waarden als humaniteit en solidariteit.

In samenhang darmee kennen we ook nog een klimaatscrisis en een milieucrisis. Gevolgen van de crisissen zijn de vele oorlogen in de wereld en grote  stromen vluchtelingen. Een paar procent vluchtelingen bereikt Europa. De meeste mensen zwerven in buurlanden, in de regio. In zijn Encycliek Laudato si ‘ toont paus Franciscus aan dat al deze crisissen elkaar oproepen. We kunnen ontmoedigd raken door als die crisissen die ons in hun greep houden. We zullen er inderdaad allemaal wat van voelen. Ook ons land en ook Ouderkerk en Amstelveen. Maar…. crisis is ook een kans. Er is geen reden tot wanhoop. In de crisissen die we nu in deze wereld zien en ook in onze persoonlijke crisissituaties, kunnen we terugkeren naar de kern van een gelovige visie op de samenleving. Het geloof is toch de dragende grond van ons bestaan.

 

De kern vinden we in het evangelie van Jezus:   de Mensenzoon zal komen  in heerlijkheid en alle goede mensen worden bijeen gebracht. Dan breekt er een nieuw tijd aan waarin Gods Koninkrijk bloeien zal en waarin alle mensen gelukkig zijn.

In alle crisissen, zegt Jezus, ligt er een kans dat het Rijk Gods aan het licht komt. Ieder begin van het Rijk van God is een stukje hemel op aarde.

 

Marcus schrijft zijn evangelie in een even zware crisis als om onze tijd. Ook voor hem lijkt  het wel of de wereld wankelt,of de samenleving keer op keer geschokt wordt, dat niets meer is zoals je dacht dat het was. De jonge christenheid leeft op gespannen voet met de joodse gemeenschap.  Er zijn interne conflicten in de jonge kerk.

De kerk heeft te lijden van vervolging van het Romeinse keizerrijk. Het beloofde Koninkrijk van God blijft maar uit. Toch wordt Marcus niet wanhopig en blijft wijzen op de Mensenzoon die komen zal om te redden wie verloren lopen, om bij een te brengen verstrooid waren, om samen kerk in de wereld van vandaag te zijn.

 

Veel mensen van tegenwoordig worden onverschillig en traag en zeggen: het zal mijn tijd wel duren. Ik trek me niets meer aan van wat er gebeurt in kerk en samenleving. Ik leeft alleen maar voor mezelf.

 

Anderen blijven hun blik gericht houden op een nieuwe samenleving die we Koninkrijk van God noemen. Een maatschappijn waarin mensen zich wel iets van de ander aantrekken, waarin mensen naar elkaar om zien, waarin mensen elkaar te dienste  willen zijn. Deze mensen proberen te leven alsof de toekomst reeds is aangebroken.

Zij zijn de toekomstmensen die de wereld nodig heeft om uit de crisissen te komen.

 

Aan deze volhouders houdt Marcus  Jezus’ beeld van de vijgenboom voor.

Dat is een knoestige boom die tot ver in de lente kaal blijft. Pas aan het eind van de lente komen er knopjes aan en jong blad. Het is dan al bijna zomer.

Daarmee zegt Jezus ( en Marcus met Hem): als je bestaan schraal en kaal wordt, als je denkt dat  alles om je heen  zinloos is en je leven onvruchtbaar lijkt , blijf dan goed kijken en geduldig wachten.  Word niet ongerust en angstig. 

Een vijgenboom staat diep in de grond geworteld. Het duurt lang voordat de levengevende sappen de twijgen zacht en open maken.  Het duurt een tijd, maar het komt! Heb vertrouwen. Houd je vast aan dat beeld en deel het met elkaar. 

 

Zegt  Marcus in het voetspoor van  Jezus  daarmee niet: Doe als die vijgenboom!  Wortel zelf in die vruchtbare grond die  de akker van God is.  Dan kun je straks hoog opbloeien en vrucht dragen.  Hoe dieper je naar God zoekt in je innerlijk,  hoe meer zal Hij naar buiten toe uit stralen in jouw leven.

 

Ons leven speelt zich niet tussen gisteren en overmorgen. Dat is korte termijn denken. Ons leven wortelt in Gods eeuwigheid en zal daar eens tot bloei komen.  Wie vertrouwen en  hoop heeft, kent de lange duur  en geeft niet op.

 

Hemel en aarde zullen vergaan, maar de Belofte van Jezus zal nooit vergaan.

In de diepste crisis van zijn leven is Jezus zelf trouw gebleven aan God.  Naar de maatstaven van kortzichtige mensen ging hij ten gronde.  Naar Gods maatstaf was Hij de mens die als eerste het eeuwige leven waardig was. God deed Hem opstaan uit de dood.

Jezus geloofde erin: een gemeenschap die leeft vanuit de liefde zal nimmer vergaan. Waar mensen elkaars lotgenoot durven zijn en samen het oog gericht houden op wat komen gaat, daar zal de toekomst zomers zijn.

Ook al zijn het herfstige dagen en worden we vaak bedroefd door neergang, aftakeling en verlies van alles wat we waardevol vinden in kerk en samenleving, toch mogen we niet opgeven en zeggen: “bekijk jij het maar. Ik doe niet meer mee.”

 

Leed en kwaad  in de wereld  zullen ons nooit overspoelen wanneer we de hoop op een  betere toekomst – Gods toekomst -  voor ogen houden. Wanneer we  onverschillig worden voor wat er om ons heen gebeurt, dan, ja dan, dan kan het leven een ondragelijke last worden zodat we van het leven afwillen. Maar wie durft te kijken ziet nu al twijgjes zacht en groen worden aan die knoestige en harde vijgenboom die ons leven verbeeldt.  Gods levenskracht dringt soms met moeite in ons bestaan door.  Maar durf te geloven: God geeft het ook met ons niet op. Daarom: wees niet bang!