15 novvember 2015: 33 e zondag door het jaar. Pau Koopman l

33B Redding op het einde der dagen, TB 15.11.15

Daniël 12, 1-3; Marcus 13, 24-32

Inleiding

Het kerkelijk jaar loopt ten einde. In de liturgie gaat deze ‘jaarwisseling’ gepaard met tumult en turbulentie. In de schriftlezingen worden apocalyptische taferelen opgeroepen. Maar het hoofdaccent ligt niet op angst, maar op troost en hoop. In de eerste lezing horen we uit het boek Daniel. Hij leefde zo’n twee eeuwen voor Christus. Hij zag in de vervolging van Antiochus Epifanes de grote verschrikking plaatsgrijpen. Daniel voorspelde echter dat de macht van de tiran spoedig gebroken zou worden. Als Marcus zijn evangelie schrijft is het circa 70 na Christus. De tempel van Jeruzalem is zojuist vernietigd en in Rome gaan de christenen gebukt onder de vervolgingen van Nero. Net als Daniel, is Marcus ervan overtuigd dat op deze vernedering spoedig een verheffing zal volgen. Hoop en vertrouwen klinken in zijn boodschap.

Ook de liederen van vandaag roepen ons op tot hoop. We begonnen met Tussen licht en donker. “Wij hebben niets te vrezen”. Later zullen we zingen over de verlossing die nabij is. En we worden opgeroepen mee te werken aan de omkering van waarden in deze wereld. Mogen we ons door het samenzijn bij de verrezen Heer gesterkt en geïnspireerd weten deze dag.

Overweging

Thema: een nieuwe lente is in aantocht

Het leven kan soms angstig zijn. Als je te horen krijgt dat je lijdt aan een ernstige ziekte. Of als er dramatische gebeurtenissen plaatsvinden in de kring van je familie, vrienden of parochie. Ook in de wereld om ons heen gebeuren er allerlei angstoproepende dingen. Honger, oorlogen, vluchtelingenstromen, er lijkt maar geen einde aan te komen. Soms lijkt het wel alsof het einde der tijden nabij is. En wat doet dat dan met ons?

De lezingen van vandaag lijken daar ook over te gaan. In het verleden werd op deze dag door boetepredikers nog wel eens angst gezaaid. Ze spraken over het laatste oordeel en dreigden met hel en verdoemenis. Ook in de liturgie van de kerkelijke begrafenis had de angst voor Gods toorn een belangrijke plaats. Dies irae, dies illa, zo werd er tot Vaticanum II gezongen, dag van Gods toorn, die uiteindelijke dag. En u herinnert zich vast wel hoe indrukwekkend dit klonk in de Requiems van Verdi en Mozart. Velen hebben het geloof leren kennen als een angstig-makende omgeving en het verlaten van de kerk ervaren als een bevrijding. Dan moet er toch iets heel erg misgegaan zijn. Want Jezus’ centrale boodschap aan ons handelt juist over bevrijding en opstaan. Hoe kan dat?

Bekijken we de lezingen van meer nabij. De eerste lezing komt uit het boek Daniel. Zo rond 160 jaar voor Christus heeft het volk Israel te lijden onder het juk van Syrië. In een soort geheimtaal zingt de profeet verzetsliederen, waarin een einde van alle ellende wordt aangekondigd. De grote vorst Michael zal opstaan en de kinderen van het volk redding brengen. Het boek Daniel is dus vooral een troostboek in een tijd van onderdrukking.

In het evangelie van Marcus gebeurt iets dergelijks. Marcus schrijft kort na het jaar 70 na Christus. De tempel van Jeruzalem is zojuist verwoest door de Romeinen. In Rome leven christenen onder het schrikbewind van Nero. En net als Daniel spreekt ook Marcus in een soort geheimtaal over een nieuwe, hoopvolle toekomst: De sterren zullen van de hemel vallen…de machten zullen wankelen. Na alle wandaden van het beest zal er een Mensenzoon komen. En deze zal zijn volk verlossing brengen. Dus wees niet bang, maar let goed op de tekenen der tijd. Als de knoppen van de vijgenboom gaan uitlopen, is de nieuwe lente nabij. En durf te vertrouwen op mijn woorden, zegt Jezus, want deze zullen nooit voorbij gaan.

Het evangelie geeft ons een andere kijk op de toekomst. De wanhoop wordt doorbroken. “Wees niet bang”, waren de eerste woorden van paus Johannes Paulus II. En ook de huidige paus Franciscus spoort ons voortdurend aan niet bang te zijn, maar erop uit te trekken om de vreugde van ons mooie geloof uit te dragen. Geloven is vertrouwen, vertrouwen dat God je draagt en nabij is.

Jezus bracht een boodschap van verlossing en bevrijding. In hem kwam God ons nabij. Na zijn hemelvaart heeft Hij ons de taak gegeven om zijn werk voort te zetten, in afwachting van zijn wederkomst. Jezus is de nieuwe tempel van God, die de verwoeste tempel van Jeruzalem is komen vervangen. In apocalyptische taal worden alle afgoden vernietigd: zon en maan worden verduisterd, opdat het ware Licht kan schijnen. Het is een verhaal van hoop en vertrouwen, dat God alles ten goede zal keren.

Zo zingen de lezingen over de geboorte van een nieuwe tijd. En we kunnen wel wat bemoediging gebruiken. Nog los van al het leed dat ieder persoonlijk te verduren krijgt, lijden we ook aan alle pijn in kerk en samenleving. Menigeen vraagt zich af wat er toch van onze geliefde kerk moet gaan worden. Het wordt steeds stiller om ons heen. Vele kerken sluiten. Onze kinderen gaan vaak een andere weg. Dan is het soms moeilijk om een nieuwe lente te verwachten.

En in de samenleving lijkt het al niet veel beter. Grote spanningen en meningsverschillen over vluchtelingenstromen maken ons onzeker en soms intoleranter naar elkaar. Maar juist in tijden van grote moeilijkheden worden wij opgeroepen onze blik te richten op die Mensenzoon, Jezus van Nazareth, en weer oog te krijgen voor wat ons mensen te boven gaat. Hij kan ons raken met een goddelijke barmhartigheid, die we in deze dagen zo hard nodig hebben. En die barmhartigheid, dat werkelijk zien van de ander, kan ons op weg zetten naar elkaar.

Het evangelie van Marcus, dat we vandaag hoorden, kunnen we verstaan als een paasboodschap. Marcus verkondigt dat de lijdende dienaar van de Heer (zoals verbeeld in de profeet Jesaja) in aantocht is. De komst van het Rijk van God is niet te stuiten, net als de komende lente die al zichtbaar wordt in de ontkiemende knoppen. We mogen er op vertrouwen. Hij komt spoedig, al in en door ons leven. Mogen we hem zo tegemoet treden.

En als we dan, op het einde van onze dagen zullen staan voor Christus, moge het dan zijn zonder angst en beven, maar met een blik van liefde en herkenning, omdat Hij ons al in dit leven zo nabij was. Amen.

PLK


Voorbeden 15 november

P. Richten wij ons tot God, die ook in tijden van crisis zorg draagt voor zijn mensen:

L. Voor de kerk hier op aarde: dat zij standvastig blijft in het verkondigen van Gods Woord, dat zij een boodschap van hoop uitdraagt en mensen daadwerkelijk nabij staat in tijden van nood; STILTE ..laat ons bidden

L Voor de leiders in de wereld: dat zij wegen zoeken naar dialoog en begrip waar crisis overheerst, dat zij standvastig blijven werken aan rechtvaardigheid en vrede en geen valse hoop creëren; STILTE ..laat ons bidden

L. Voor wie zich bevinden in een crisis: dat zij niet de moed verliezen en wanhopig raken, dat zij waakzaam blijven en gevoelig voor tekens van hoop, dat zij door de nabijheid van medemensen nieuwe kracht ontvangen om staande te blijven; STILTE ..laat ons bidden

L. Bidden wij voor de intenties..

P. Overledenen

P. Barmhartige God, blijf ons nabij in moeilijke momenten, bevrijd ons dan uit onze

Voor de zegen

Ieder mens maakt in zijn of haar leven op z’n tijd een crisis mee. Een crisis waarbij als het ware heel je leven op zijn fundamenten schudt. Wat een moeite en pijn kan dit kosten. Maar je hebt dan weinig keuze: je moet er doorheen om weer licht en toekomst te kunnen zien. Het is de kunst om in zo’n crisis de ogen geopend te houden en tekens van hoop te kunnen waarnemen.