3 mei Vijfde zondag van Pasen .Thema : Los van mij kunt gij niets

Preek van diaken Paul Koopman in de Titus Brandsmakerk.

 

Paastijd 5B, 2/3 mei 2015 in TB

Hand. 9, 26-31; 1 Joh. 3, 18-24; Joh. 15, 1-8

Thema: Verbonden blijven

“Laten we met elkaar verbonden blijven, want los van Mij kunnen jullie niets”, hoorden we Jezus zeggen. Los van Jezus, los van God kunnen we eigenlijk niets. Kunnen we geen vrucht dragen. Voelen we dat zo? De meeste mensen om ons heen zien dat heel anders. Ze maken zich al jaren niet meer druk om God en het leven gaat gewoon door. Eigenlijk geen verschil. En wijzelf? Betrappen wij onszelf er ook niet regelmatig op dat we al weer een tijdje van God los leven? En wat missen we dan eigenlijk?

Vooral de laatste eeuw zijn er veel denkers geweest die van mening waren dat godsdienst achterhaald is door de wetenschap. Godsdienst is op zijn best een troost voor de dommen en op zijn slechtst een voedingsbodem voor strijd en geweld in de wereld. En inderdaad, we kunnen niet ontkennen dat de geschiedenis heel wat godsdienst-gerelateerd geweld heeft laten zien, en dat is nog steeds zo. Voor sommigen is dat een reden om godsdienst zo veel mogelijk te verbannen uit de publieke ruimte. Men meent dat we God niet langer nodig hebben voor een humane samenleving. In deze gedachtegang komen ethische normen immers niet van boven, maar van beneden. Vrijheid, gelijkheid en broederschap garanderen een goede onderlinge omgang.

Dat laatste valt overigens nog te bezien. In de wat libertijnse samenleving van vandaag sneuvelen al snel de gelijkheid en de broederschap. En het begrip vrijheid wordt al snel ingevuld als vrijheid voor mijzelf, zonder verplichtingen. Maar laten we eens serieus kijken in ons eigen hart wat we zelf missen als we de band met Christus verbreken. Johannes zegt in de tweede lezing: “wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen, maar metterdaad”. Metterdaad liefhebben, is dat wat wij vandaag nog leren? Of is de hoofdboodschap die wij meekrijgen: ieder zorge vooral goed voor zichzelf. We accepteren in de praktijk zeer grote verschillen in inkomen. Ik leerde in de jaren zestig: een verhouding van een op vijf is nastrevenswaardig. Maar vandaag komen we een op vijftig tegen en dat wordt vanuit een liberaal beleid met droge ogen verdedigd, met verwijzing naar het buitenland. Hoezo gelijkheid? En wat is er geworden van onze broederschap? De roep om grenzen te sluiten en anderen buiten te laten staan klinkt opvallender dan de oproep tot barmhartigheid en delen.

Nee, het is nog niet zo duidelijk of onze samenleving net zo goed toekan zonder verbinding met God, zoals humanistisch reclamespotjes graag beweren. En wij zelf? Wat doet het ons persoonlijk of we met Christus verbonden zijn? Herkennen we iets van de ervaring van Paulus uit de eerste lezing? Hij werd diep persoonlijk geraakt door de Heer. Het gevolg was dat hij vrijmoedig en onverschrokken optrad in de Naam van Jezus, zelfs toen zijn vijanden hem dreigden te vermoorden. Geldt dat ook voor ons?

Deze week hoorden we hier een indrukwekkend verhaal van de karmelietes Hettie Berflo over de blijvende betekenis van Titus Brandsma. In de levensbedreigende context van de twee wereldoorlog sprak pater Titus zich vele malen duidelijk uit tegen het monster van het nazisme. En ook toen hij als gevolg van deze opstelling zijn leven dreigde te gaan verliezen, bleef hij zichzelf trouw en weigerde zijn strijd tegen het grote onrecht op te geven. In de persoon van Titus Brandsma herdenken en eren we deze dagen de vele dappere mensen, die op het beslissende moment ervoor kozen niet weg te kijken in onverschilligheid, maar de liefde en de moed te laten prevaleren. Die moed en liefde vond pater Titus in zijn verbondenheid met Jezus.

In het evangelie drukt Jezus ons op het hart om met Hem verbonden te blijven zoals de ranken aan de wijnstok. Slechts als we dat doen, zijn we verzekerd van de voeding die we zo nodig hebben. Zonder voeding geen groei. Jezus zegt verder dat we bereid moeten zijn om onszelf bij te laten snoeien door God (of het leven) zelf. Want anders ontstaat er scheefgroei en zullen we niet worden zoals God ons bedoeld heeft. Een interessante gedachte. In tegenstelling tot wat wij meestal leren, namelijk: je bent geheel verantwoordelijk voor jezelf, horen we hier: voor een optimale ontwikkeling als mens is het belangrijk open te staan voor correctie van buitenaf. Anderen zien soms beter dan jijzelf wat er op dit moment nodig is. Hiervoor open staan vraagt een zekere deemoed, een kleiner ik.

Het beeld van de wijnstok en de ranken: verbonden blijven met Christus en zijn kerk. We weten allemaal dat verbondenheid met andere mensen een voorwaarde is om zinvol en gelukkig te kunnen leven. Jezus zegt: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”. Blijf in Mij, dan zal je vrucht dragen. Wat is dat voor vrucht? Waarschijnlijk gaat het hier niet zozeer om het type prestaties dat in onze samenleving tot hoge bonussen leidt. De vrucht waarover Jezus spreekt heeft meer te maken met: liefde, dienstbaarheid. Leven in vrede met de ander. In verbondenheid met God en elkaar. Sommige dingen komen maar moeilijk uit onszelf voort.

We hebben allemaal vriendschap en liefde van anderen nodig, anders verdorren we. De echte, zelfweggevende liefde is een liefde waarvan je voelt dat die niet alleen van jezelf is, maar als het ware een goddelijke oorsprong heeft. In die zin zegt Jezus: jullie zijn de ranken, jullie leven van dezelfde wijnstok, drinken uit dezelfde bron.

Als kerk verkeren we momenteel in een moeilijke fase. Ook hier geldt: een mens alleen is nergens. Los van elkaar kunnen we niets. Laten we ons vasthouden aan de oproep van Jezus om toch vooral verbonden te blijven door ons voortdurend te laten voeden en snoeien door het woord van de Heer. Mogen we in zijn Geest verder gaan op weg naar Pinksteren. Amen.

PLK