21 december 2014 Vierde zondag vn de Advent. God zoekt woning

04Advent2014

 

Van harte welkom deze vierde zondag van de Advent.

Sommige mensen hebben aan de voordeur een kerstkrans hangen.

Andere mensen hebben ramen en deuren met lichtjes versierd.

Als je langs de huizen loopt en in het voorbij lopen naar binnen kijkt,

dan zie je bij veel mensen een stralende en versierde kerstboom.

De huiselijke gezelligheid van binnenshuis wordt naar buitenshuis verplaatst:

signaal van gastvrijheid, van hartelijkheid voor iedereen.

Onze woningen gaan open. Maar laten we nu ook anderen toe?

Vandaag horen wij hoe God woning zoekt onder de mensen. Laten wij Hem toe?

Willen we deze Eucharistie viering beginnen met een gebed om Gods barmhartigheid over ons.

 

Openingsgebed

 

Goede God, wij wachten op uw redding en bevrijding.

Doe ons zo verlangend uitzien naar uw komst

dat ons hart ontvankelijk wordt voor uw Woord en uw Wil

Breng ons tot de gehoorzaamheid van het geloof en houd ons bijeen

als één gemeenschap die een voorbode is van uw Rijk van vrede en gerechtigheid is in deze wereld. Dit vragen wij U door Christus onze Heer.

 

 

Gebed over de gaven

 

Goede God, mogen wij aan deze tafel van uw liefde

ervaren wat heling, vergeving en genezing is

van de wonden die wij mensen elkaar aan doen.

Heilig ons denken en doen en richt ons hart op het volbrengen van uw Wil.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer.

 

 

Slotgebed

 

God van ons heil, U hebt door de boodschap van uw engel

Maria van Nazareth gevraagd de moeder te worden van uw Zoon.

Mogen wij met een ontvankelijk hart als Maria

de geboorte van Jezus vieren als teken van hoop en bevrijding.

Schenk ons de genade van een zinvol en inspirerend kerstfeest.

Dit vragen wij U door Christus onze Heer.

 

 

Overweging

 

 

Een van de boeiendste figuren in het Eerste Testament is koning David.

Hij is niet de vroomste persoon, en zeer zeker niet de heiligste.

Hij was zich ervan bewust dat hij een groot zondaar was en dat hij bloed aan zijn handen had. Dat hij koning zou worden, was niet vanzelfsprekend.

Wèl getuigt de Schrift dat David Gods uitverkorene was en zelfs Gods lieveling.

Toen God David koos uit de zeven zonen van Jesse, koos hij de jongste en de kleinste. Zijn vader Jesse had hem niet eens voorgesteld. De kleine David was nog maar een herdersjongen. Hij had rood haar en pretogen. Hij was slim en watervlug.

 

Toen David zich bewust werd van zijn roeping om eens koning te worden, ontwikkelde hij zich snel tot een strebertje naar macht en aanzien. Hij was niets en niemand ontziend. In feite werd hij commandant van een guerrillalegertje dat met succes de Filistijnen – Israëls vijanden - versloeg. En toen hij eenmaal koning was geworden vergrootte hij zijn rijk en verwierf hij aanzien bij andere koninkrijken in de omgeving. Van herder werd hij militair bevrijder, van bevrijder tot koning, van koning tot een rouwmoedige psalmendichter. Hij was zich zeer bewust van zijn tekortkomingen. Hij kwam voor zijn fouten uit en schreef zeven boetepsalmen.  

 

De gedachtenis aan Koning David is in de Bijbelse geschiedschrijving nooit vergeten. Ieder facet van zijn leven werd geïdealiseerd en als het ware uit vergroot.  Hij is de ideale herder die zorgzaam zijn kudde leidt; hij is de prachtige held die het volk van vijanden bevrijdt; hij is de schitterende koning die met rechtvaardigheid en wijsheid regeert; hij is de dichter van de 150 psalmen waarin ieder gebed tot God klank en kleur heeft. Als iemand zoon van David genoemd wordt is dat meer dan een vermelding van afkomst. Het is een eretitel, een bewijs van adeldom. David wordt de gestalte van de Messias die God zal zenden. “Davidszoon langverwacht”, zingen wij in de kerstliederen.

Zou God die David uitgekozen heeft, nu geen kritiek op hem hebben? David heeft God toch vele malen teleurgesteld! In heel de Schrift blijft David Gods lieveling.

“Omwille van David” is God bereid het volk Israel telkens te hulp te komen.

Maar er zijn grenzen….

David, koning geworden, heeft een paleis laten bouwen voor zichzelf. Dat was geen bescheiden woning. Hij wilde ook wel de ogen uitsteken van koningen in de omgeving.

En als hij dan gezeten zit in zijn paleis en God wil bedanken voor zijn succes, dan komt hij tot het besef dat de ark waarin de tien geboden van God liggen nog steeds onder een tentdoek staat. Hoe had hij dat nou kunnen vergeten?

Nou, Het gebeurt wel vaker dat machthebbers God vergeten aan wie ze hun gezag en macht ontlenen. God wordt wel vaker vergeten in het openbare leven. Tegenwoordig wordt God daar zelfs geen plaats meer gegund!

David besluit dan een tempel voor God te gaan bouwen. De profeet Nathan die Davids geestelijk leider is, vindt het een goed idee. Maar God denkt toch weer anders.

Het gevaar bestaat dat de tempel voor God die David wil bouwen, méér dient om de grootheid en de luister van David gestalte te geven dan om de woonplaats van God te zijn.

God zegt eigenlijk: “David, ik trap er niet in. Jij gebruikt mijn tempel voor jouw glorie. Jij neemt Mij in dienst in plaats van dat jij Mij dient. Om Mij te dienen hoef jij geen tempel te bouwen.”

God wordt in dienst genomen van menselijke belangen. Dit misbruik van de godsdienst is levensgevaarlijk. De jihadsten en Taliban zijn daar actuele voorbeelden van. Hun wreedheid kan nooit de wil van Allah zijn. Ik denk dat je de bezetting van Palestijnse gebieden ook wel zo mag zien. Het lijden van de Palestijnse bevolking mag niet met een beroep op Gods Belofte aan Israel worden goed gepraat. Soms lijkt het ook of het in de kerk wel dat het meer over de kerk gaat dan over God.

Het ‘dienen van God’ en het ‘God in dienst nemen’ liggen heel dicht bij elkaar.

Toen en ook vandaag. Maar God trapt er niet in.

Toch blijft voor God voor David kiezen. Niet voor de glorie van tempel en paleis, maar voor een dynastie, het huis van David. Aan een van de nakomelingen van David zal de Koninklijke macht toevallen. De troon waar God zelf David op gezet heeft, zal vast staan voor eeuwig. God blijft het initiatief houden en David blijft Gods Dienaar.

In het huis van David komen er veel koningen voor die u niet in uw familie wilt hebben. Toch zijn ze volgens de geslachtslijsten van Jezus van Nazareth familie van Hem. Wanneer de stad van David wordt ingenomen door het Babylonische Rijk verdwijnen de koningen uit Israels geschiedenis. De koningen verdwijnen.. maar God belofte niet.

Mensen kunnen zich van God afkeren, Hem vergeten, Hem wegschrijven uit de samenleving: God blijft getrouw. Hij houdt zijn Belofte. Een van Davids nakomelingen zal in eeuwigheid koning zijn. De gezalfde God zal komen…

Die Belofte leefde in de hoofden en harten van eenvoudige mensen. Mensen die niet mee deden met allerlei politieke en religieuze bewegingen ten tijde van keizer Augustus. Zij waren de stillen in den lande die liever alles van God verwachten.

Geen menselijk macht zal redden. Gods gezalfde zal weldra komen.

Dat verlangen leefden in twee eenvoudige mensen: Maria en Jozef. Jozef is uit het huis van David. Maria is open en ontvankelijk voor ieder woord van God.

Ook nu weer neemt God het initiatief. De engel Gabriel groet haar met de woorden: “De Heer is met U”. “God heeft uw verlangen gezien”. “God wil U kiezen om zijn belofte gestand te doen”. “Uit u zal een zoon geboren worden die het volk zal bevrijden”. “Hij zal koning zijn in eeuwigheid”. “Alle beloften aan David gedaan worden vervuld.” “Gods heilige Geest zal in U wonen en vlees worden in uw kind.” “Zoon van God – uit u geboren - zal Hij heten.”

Niet begrijpend wat haar overkomt antwoordt Maria: “Zie dienares van de Heer” en gelovig zegt ze: “Mij geschiede naar uw woord”.

“Wat mij ook overkomt, ik weet mij geborgen in uw hand”. “Op u vertrouw ik”.

“Mij geschiede …” zegt Maria. Met kerstmis zullen we het weer horen: “het geschiede in de dagen van keizer Augustus…”

God treedt op menselijke wijze de geschiedenis binnen. Hij komt als mens onder mensen en vraagt: “vertrouw jij mij”. “Wil jij met Mij verlangen naar een toekomst waarin het Rijk Gods aanbreekt en de mensen in vrede en liefde zullen leven”.

“Mag ik woning vinden in jouw hoofd en in jouw hart. Wil jij voor mij gastvrij zijn?”

 

Voorbede

 

Pastor

God U bent nabij voor allen die oprecht tot u bidden.

Hoor ons gebed en verhoor ons.

 

Lector

God van redding en bevrijding,

schenk vrede aan deze wereld waarin nog zoveel mensen lijden

onder oorlog en terreur.

Maak ons tot mensen die uw vrede uitdragen. S T I L T E Laat ons bidden.

 

Lector

God, van vreugde en hoop,

Vervul uw beloften aan David en aan Maria gedaan.

Moge Jezus voor ons de vorst van de vrede en de brenger van uw heil zijn.

Maak onze harten open voor Hem.

Dat zijn geestkracht ons doen en laten doordringt. S T I L T E Laat ons bidden.

 

Lector

God van troost en bemoediging,

genees de vele mensen die door ziekte , kwalen van de oude dag,

of door tegenslag getroffen worden.

Wees licht voor hen nu zij hun toekomst donker in zien.

Maak ons tot mensen die aandachtig willen meeleven. S T I L T E Laat ons bidden.

 

Mov- Lector

Wij bidden voor jonge idealisten die zich laten raken door de nood en de armoede van kinderen die in India in opvanghuizen wonen.

Door daar zelf te gaan werken krijgen jongeren inzicht in de grote problemen in onze wereld en doen ze ervaringen die hun verdere levenskeuzen zullen bepalen.

Patricia ten Rouwelaar heeft het gebrek aan hygiëne gezien en ondervonden

en weet hoe noodzakelijk goede hygiëne voor gezondheid is.

Mogen wij haar wens om iets voor de kinderen in het huis Tulip Garden te doen verstaan als oproep om onze bijdrage te geven in dit Adventsproject.

Schenk, goede God, jongeren in onze geloofsgemeenschap inzicht en daadkracht om op vindingrijke wijze te beantwoorden aan de noden die hen raken.

S t i l t e Laat ons bidden.

 

Lector: God van mildheid en genegenheid, hoor de gebeden die leven in de harten van de mensen en die staan opgeschreven in het boek. Om zegen over een huwelijk. Om sterke en duurzame liefde. Voorlezen… Verhoor deze gebeden op voorspraak van de H. Anna en de Zalige Titus Brandsma.

S T I L T E Laat ons bidden.

 

 

 

Pastor God van genade, wij danken U voor het voorbeeld van Maria, onze zuster in het geloof. Maak ons hart ontvankelijk voor uw Woord opdat wij wil verstaan.

Amen.