Brandsmaberichten nr.18 periode 16 - 30 november

Brandsmaberichten 18

www.titusbrandsmaparochie-amstelveen.nl

www.rkamstelland.nl

www.kerkenamstelveen.nl

Periode   16  - 30  november  2015

 

22 november Hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal

 

Zaterdag 17.00 uur:       Eucharistieviering                     T. Buitendijk

Zondag   10.15 uur:      Eucharistieviering                     T. Buitendijk

Het feest van Christus Koning wordt sterk gekleurd door de evangelielezing van het jaar. In het A- jaar lezen uit Matteus. Jezus is dan de Koninklijke rechter die vraagt: Heb jij mij zien staan te midden van de armen, de hongerigen, de vluchtelingen. In het C – jaar lezen uit Lucas de passage dat Jezus aam het kruis hangt met boven zijn hoofd het bordje: Jezus van Nazareth Koning van de Joden. In het B- jaar, dit jaar dus, lezen uit het evangelie van Johannes de merkwaardige dialoog van Jezus en Pilatus over koningschap.

Pilatus zit op zijn rechterstoel; Jezus, gevangen genomen en verhoord door de hogepriesters, staat voor hem. De hogepriesters beschuldigen Jezus ervan dat Hij zich het koningschap toe-eigent en zeggen tegen Pilatus dat Hij daarmee in opstand komt tegen de keizer. In feite weten ze beter. Jezus heeft het over het Rijk Gods. Hun oogmerk is niet de waarheid te vinden. Hun doel is de dood van Jezus. Daarom verdraaien ze zijn woorden. Als Pilatus Jezus vraagt naar zijn koningschap dan bevestigt Jezus dat Hij koning is. Koning, maar niet van deze wereld. Zijn koningschap is niet gebaseerd op macht, militair geweld, onderdrukking en uitbuiting van het gewone volk. Zijn koningschap heeft niets van doen met de groten der aarde die misbruik maken van hun macht. Zijn koningschap heeft te maken met het aan het licht brengen van Gods bedoelingen met de mens. Dat is waarheid, waarachtigheid, laten zien dat het God gaat om de waardigheid van de minste mens. Déze mens dienen is Gods koninkrijk vestigen, een samenleving waarin kleinen geteld worden en waarin gekeken wordt naar het welzijn van de zwaksten.

Pilatus is onder de indruk van Jezus. Hij gaat naar buiten en zegt: “Ik vind geen schuld in Hem.” Pilatus is een hardvochtige heerser met harde hand. Zittend op zijn rechterstoel buigt hij zich voor de miserabele gestalte die open en vrij zichzelf blijft: “Ja, Koning ben ik.”

29  november Eerste zondag van de Advent

 

Zaterdag 17.00 uur:       Eucharistieviering                     T. Buitendijk

Zondag   10.15 uur:      Eucharistieviering                     T. Buitendijk

Op deze zondag mogen wij het koor Voces Volantes begroeten in onze Titus Brandsmakerk. Een stemmig begin van de Advent, de voorbereidingstijd voor Kerstmis. In de lezingen van deze zondag lijkt het wel alsof er van Kerstmis geen sprake is. Het is allemaal schrik en verwarring en we worden opgeroepen waakzaam te zijn. Maar vergis je je niet en hoor de zin: heft uw hoofden omhoog want uw verlossing komt nabij. Dat is de Kerstzin die we goed in onze oren moeten knopen.

Lucas beschrijft in beeldende taal het einde van de geschiedenis. Natuurrampen, oorlogen, verwarring alom. In die chaos breekt dan de gestalte

door van de Mensenzoon die als Koninklijke rechter verschijnt voor wiens  Aanschijn wij allen geroepen worden.

Te midden van de chaos moeten we ons niet klein laten krijgen. Mensen als bange wezels die niet onder ogen durven zien wat er aan de hand is.

Natuurlijk verkeert de wereld vandaag in grote problemen. Anders dan Lucas beschrijft. De vluchtelingenstromen die op volksverhuizingen beginnen te lijken. De klimaatverandering waardoor de aarde zo opgewarmd wordt dat de zeeën te hoog en onbeheersbaar worden. De crisis in de economie die nu voorbij schijnt te zijn, maar de rekening ervan wordt betaald door de arme en kleine mensen. O ja, de rijken hebben minder méér. Maar veel gewone mensen gaan van sober en weinig naar tekort en onvoldoende. In de groeiende welvaar van de goed opgeleide mensen neemt ook de armoede toe van de mensen die er niet in slagen mee te komen in deze complexe samenleving. Maar toch….

Te midden van die ellende die we niet weg kunnen poetsen, moeten we onze hoofde opheffen, “want uw verlossing is nabij”. Die verlossing komt niet van een nieuw plan dat mensen bedenken. Noch een banenplan, noch de beursgang, noch meer controle op uitkeringen zal helpen. De verlossing zal komen van een persoon die ons bij de hand pakt en naar de ander brengt en vraagt: “Wil jij zorg voor hem dragen? Mag hij van jouw brood eten? Wil jij als een waakzame dienaar je broeders / je zusters hoeder zijn?” Naar deze mens gaat ons verlangen uit. Zijn naam zal Jezus, redder, bevrijder zijn.

Vind je geluk in dat van de ander,

delen is het nieuwe hebben

 

De encycliek Laudat si’ van paus Franciscus

Over de zorg oor het gemeenschappelijk huis.

 

Vanaf de Encycliek Rerum Novarum van paus Leo XIII zijn er vele sociale encyclieken geschreven. Paus Johannes XXXIII schreef zijn beroemde “Mater et Magistra”  en “Pacem in terris” en richtte zich tot alle christenen. Populorum Progressie van paus Paulus VI maakt grote indruk op alle wereldleiders. Paus Johannes Paulus II en Benedictus XVI hebben bijzonder diepzinnige encyclieken het licht doen zien. Al deze pauselijke geschriften hebben richting gegeven aan het denken van mensen over een humane samenleving.  Deze Encycliek van paus Franciscus valt op omdat hij zich richt tot alle mensen die waar ter wereld ook deze aarde bewonen.  Hij schrijf voor iedereen die een beetje moeite doet, in verstaanbare taal.Ik bied u paragraaf 93 ter lezing en ter overweging aan:

 

Vandaag zijn gelovigen en niet-gelovigen het eens over het feit dat de aarde in wezen een gemeenschappelijke erfenis is waarvan de vruchten ten nutte komen van allen. Voor gelovigen wordt dit een kwestie van trouw aan de Schepper, omdat God de wereld voor allen heeft geschapen. Dientengevolge moet iedere benadering een maatschappelijk perspectief integreren dat rekening houdt met de fundamentele rechten van de meest benadeelden. Het beginsel van de onderwerping van privébezit aan de universele bestemming van goederen en daarom het universele recht op het gebruik ervan is “een gouden regel” van maatschappelijk gedrag en het “eerste beginsel van iedere ethisch-maatschappelijke orde.”

De christelijke traditie heeft het recht op privé-eigendom nooit als absoluut of onaantastbaar erkend en heeft de maatschappelijke functie van iedere vorm van privé-eigendom duidelijk beklemtoond. De heilige Johannes Paulus II heeft zeer nadrukkelijk aan deze leer herinnerd, zeggende dat “God de aarde aan heel het menselijk geslacht heeft gegeven, opdat zij alle leden ervan onderhoudt zonder iemand buiten te sluiten of te bevoorrechten”.

H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Centesimus Annus (1 mei 1991), 31

Dit zijn zwaarwegende en krachtige woorden. Hij heeft erop gewezen dat ”een type van ontwikkeling dat de persoonlijke en maatschappelijke, economische en politieke rechten van de mens, met inbegrip van de rechten van de naties en de volken, niet zou eerbiedigen en bevorderen, werkelijk mensonwaardig zou zijn”.  Met grote duidelijkheid heeft hij uitgelegd dat “de Kerk wel het legitieme recht op privé-eigendom verdedigt, maar ook niet minder duidelijk leert dat op ieder privé-eigendom altijd een maatschappelijke hypotheek drukt, opdat de goederen tot de algemene bestemming dienen die God eraan heeft gegeven”. Daarom zegt hij dat “het niet overeenkomstig Gods plan is deze gave zo te beheren dat de weldaden ervan alleen maar ten voordele zijn van enkele weinigen”.  Dit stelt serieus de onrechtvaardige gewoonten van een gedeelte van de mensheid ter discussie.

Als wij deze woorden eens tot uitgangspunt nemen bij ons nadenken over de samenleving zouden we dan niet een beschaafder, humaner en gelukkiger worden?

 

Mededeling gedaan op 8 november 2015 in de Titus Brandsmakerk

Lieve mensen, ik heb een verdrietige mededeling te doen. Achttien jaar geleden was ik pastor in Waddinxveen. De provinciale overste vroeg mij om de vacature in Amstelveen te gaan vervullen. Ik heb toen “Ja “gezegd.

Nu vraagt een andere Provinciale overste, pater Jan Brouns, mij om over enkele maanden in Oss een vacature te gaan vervullen. Met pijn en moeite heb ik gemeend ook nu “Ja” te moeten zeggen.

In die achttien jaar hebben u en ik een levendige gemeenschap opgebouwd. U bent mij en ik ben u dierbaar geworden. Weg gaan doet ons allen pijn. Ik ken de situatie van de Orde en ik heb weet van de zorgen van het bestuur. Het verzoek van pater Jan Brouns is doordacht en redelijk. Daarom heb ik “ja” gezegd. Ik heb het besluit zelf genomen.

In overleg met alleen de lieve Heer in wiens dienst ik sta. Ik heb mogen genieten van de vele goede en persoonlijke contacten met u allen en van uw waardering voor mijn inzet. Elkaar los laten doet zeer.

Ik besef dat nu ik weg ga, ik deze geloofsgemeenschap van Titus Brandsma  en de parochie RK Amstelland in problemen breng.  

Ik besef ook dat ik een schaduw werp over het patroonsfeest van onze geloofsgemeenschap dat wij vandaag vieren. Toch hoop ik  dat u, net zoals de immer optimistische Titus Brandsma, niet stil  blijft staan bij het verleden, maar de toekomst als een nieuwe uitdaging wilt aanvaarden.

“Wat er ook gebeuren zal, wij zijn in Gods hand”.

Om  op door te denken.

Op de Berlijnse Muur staat geschreven:

Wie wil dat de wereld blijft zoals ze is,

wil niet dat ze blijft.