Brandsmaberichten nr.11 - 15 - 29 juni 2015

Brandsmaberichten 11

www.titusbrandsmaparochie-amstelveen.nl

www.rkamstelland.nl

www.kerkenamstelveen.nl

Periode  15 - 29 juni 2015

 

21 juni : Twaalfde zondag door het jaar.  Diaconale zondag.

Zaterdag 17.00 uur:       Eucharistieviering                     T. Buitendijk

Zondag   10.15 uur:      Eucharistieviering                     T. Buitendijk 

Een paar jaar geleden is bij het meer van Galilea een vissersboot opgegraven uit het begin van onze jaartelling. Deze boot is bijna intact. Je kunt precies zien hoe de boot er in zijn  geheel uit gezien moet hebben.  Deze vondst is zó uniek dat er gelijk een gebouw om en over de boot heen is neer gezet. Wetenschappers hebben de boot geconserveerd en zó opgesteld dat iedereen hem van achter glas van alle kanten kan bekijken.  De mensen van de commercie en van het toerisme hebben de boot natuurlijk direct de “Jezusboot” genoemd. De boot trekt terecht veel aandacht en het zou natuurlijk altijd zo hebben kunnen zijn dat….  Hoogst waarschijnlijk niet dus!  Als pelgrim of toerist  kun je groepsgewijs met een degelijke motorboot het meer op varen. Midden op het meer wordt dan het verhaal gelezen van de storm op het meer. Bij het verlaten van de boot krijg je een certificaat mee dat jij midden op het meer van Galilea hebt gevaren. Met de Jezusboot nog wel!

Ook al is er geen directe lijn naar Jezus te leggen, toch doet het je wat op het meer van Galilea te varen en een bootje te zien uit Jezus’ tijd. Je beseft dat ons geloof ‘historisch is’: Jezus hééft er ooit gevaren. Je beseft dat het geloof zo menselijk is: plotselinge en heftige stormen door valwinden komen voor. Wie zou dan midden op het meer niet vrezen?

Waarom is het verhaal van “Het stillen van de storm” evangelie? Het is in ieder geval géén weerbericht. Het is ook méér dan een verslag van een gebeurtenis:”we werden door een storm overvallen”. Je kunt het lezen als een natuurwonder. Het plotseling opkomen en gaan liggen van hevige wind. Maar wat dan nog? Het verhaal krijgt zijn betekenis door de vraag van Jezus: ‘Waarom zijn jullie bang?” Het gaat ten diepste om het stillen van de angst.  Wie met Jezus verbonden is kan toch alle stormen in het leven doorstaan! Nog dieper: is Jezus niet de Heer van de schepping die verlossing en redding brengt?  Als wind en water Hem gehoorzamen dan kunnen wij mensen dat toch ook doen? Wees niet bang!

Op deze diaconale zondag is er één collecte

die bestemd is voor het Caritaswerk

in  de parochie RK  Amstelland.

We steken een reddende hand uit naar mensen in nood.

Dank voor uw milde en gulle bijdrage.

                                                                                                         

  28 juni : Dertiende zondag door het jaar

Zaterdag 17.00 uur:       Eucharistieviering                     T. Buitendijk

Zondag   10.15 uur:      Eucharistieviering                     T. Buitendijk 

Markus doet het vaker: twee verhalen in elkaar schuiven die ooit eens twee losse verhalen waren. In het verhaal van de genezing van de lamme komt er ineens een discussie over zondevergeving. Markus maakt er één verhaal van. Ook deze zondag zijn er twee verhalen: het verhaal van de vrouw die vloeide en daardoor “onrein” was, wordt omgeven door het verhaal van het meisje dat dood ligt te gaan en daardoor onrein zal worden. Onrein is niet vies of vuil maar wel ‘niet meer geschikt’ om een levende band met God aan te gaan. Interessant is dat de vrouw twaalf jaar ziek is en het meisje twaalf jaar jong. Twaalf is toch een bijzonder getal. Zou twaalf ook niet kunnen wijzen op de kerk als volk van God? Met twaalf is toch alles begonnen: de twaalf stammen worden het éne joodse volk; de twaalf apostelen worden de grondslagen van de éne kerkgemeenschap.

Wat Jezus doet is hen beiden oprichten. De vloeiende vrouw kan recht op lopen en meedoen aan het sociale leven waar ze twaalf jaar van uitgesloten was. Tegen het twaalfjarige meisje zegt Jezus: “Talita koemi. Meisje Sta op”. Deze woorden hebben zo’n indruk gemaakt dat het origineel met de vertaling wordt mee gegeven.

Soms lijkt de kerk op een wat vermoeide vrouw die last heeft van haar kwalen. Aan veroudering en vergrijzing kun je niets doen. Wel aan lusteloosheid en onverschilligheid. De kerk draait veelal op de vitaliteit van ouderen. Er gaat een kracht van Jezus uit die ons weer moed en enthousiasme kan geven. Die kracht komt vrij als wij Jezus durven raken. “Al is het maar de zoom van zijn kleed “, zegt de vrouw. Onze band met Jezus schenkt ons nieuw leven.

Maar ook kan de kerk lijken op een jong meisje dat in haar bijna doodslaap de woorden hoort: Talita koemi. Jezus geeft de kerk haar jeugd terug. Ook als wij dat nu nog niet zien, dan mogen we daar toch op vertrouwen. De kerk is ook een meisje dat nog ontwaken moet. Jezus strekt zijn handen uit en wekt tot leven. Laten we niet vergeten: ook een kerk van ouderen kan op een jong meisje lijken. Bruisend van activiteiten, betrokken op de samenleving, handelend in Jezus ‘Geest, gericht op God als bron van toekomst en leven. Ook tegen de kerk van vandaag zegt Jezus: Talita koemi. Laten we bij het horen van deze woorden, op staan en leven!

15 juli 2015 Uitstapje in Oecumenische Verband

Kerkenpad in Noord Holland

De Kleine Raad van Kerken ( Kruiskerk, Augustinus en Titus Brandsma) nodigt alle leden uit om met elkaar op stap te gaan. We gaan het mooie Noord-Hollandse landschap in om enkele kerken te bezoeken die de moeite van het bekijken waard zijn. We willen ons niet alleen geestelijk voeden, maar ook onze honger stillen en onze dorst laven. We gaan ergens koffie + gebruiken en ergens lunchen. Liefst ‘aan de waterkant’.

De bus is al besteld. Er zijn vijftig plaatsen. U kunt zich het liefst schriftelijk opgeven bij de organisatie: Tonneke van der Mede, Renger Prent en Tom Buitendijk. De onkosten zullen rond de € 50, liggen.

 

Uit de kerkelijke kalender

24 juni: Geboorte van Johannes de Doper.

Van alle profeten is Johannes de grootste, getuigt Jezus. Zijn grootheid bestaat erin dat hij zich kleiner wil maken om Jezus te doen groeien. Johannes staat op de grens van het eerste en tweede verbond. Vanuit de beloften in het eerste verbond gedaan herkent Johannes Jezus als de verkondiger en brenger van het nieuwe – het tweede - verbond. Daar wijst hij op. “Zie het Lam Gods”, zegt hij. Jezus is aangestoken door de prediking van Johannes. Het vuur van de gerechtigheid dat in Johannes brandde gaat in het vuur van de liefde van Jezus verder. ( Wij vieren het feest op 23 juni).

 

29 juni: HH Petrus en Paulus, apostelen.

De kerk van het Latijnse Westen gaat terug op de verkondiging van deze twee apostelvorsten in Rome. Petrus en Paulus verkondigden dezelfde Heer, maar ieder op eigen wijze. Ze waren één in het geloof, maar verschillend in de beleving ervan. De een visserman; de ander een rabbijns geleerde. Ze werkten samen, maar hadden ook kritiek op elkaar.

Paulus vertelt dat hij Petrus de voet dwars zet. Hij was het volkomen met hem oneens. Petrus waarschuwt: de brieven van Paulus zijn soms wel wat moeilijk om te lezen en te begrijpen. Petrus is de man van de kerk als instituut; Paulus de man van de verkondiging aan de wereld. De kerk van Rome is één, waar, apostolisch en heilig, maar kent tegelijk interne spanningen en menselijke tekorten. De kerk is een wereldomspannende beweging geworden die tegelijk een spanningsvolle eenheid is. Hoe belangrijk Rome ook is, Johannes de Doper blijft ons wijzen op Jezus die uit Nazareth komt.

 

Diaconie, een wezenlijke opdracht van de kerk.

Vaak wordt geloven verward met ‘naar de kerk gaan’. Alsof alle mensen die niet naar de kerk gaan niet geloven. Alsof alle mensen die wel naar de kerk gaan altijd zulke puike gelovigen zijn. Laten we eerlijk zijn: op de weg van het geloof zijn we allemaal leerling van Jezus. De een is iets verder dan de ander Van kerkmensen mag je wel ietsje meer verwachten.

Vaak wordt geloven verward met: “Je geestelijk welbevinden in iets van spiritualiteit”. “Ik stak in een Frans dorpskerkje een kaarsje op bij Maria en ik voelde me helemaal rustig worden.” Maar geloven is toch iets meer dan je lekker voelen.

Het is gek dat geloven zelden wordt verward met diaconie, caritas, dienstbaarheid aan mensen in nood. Alsof dat niet bij geloven zou horen. Hoe komt dat nou? Een poging tot verklaring. Naastenliefde (of actueler mantelzorg) wordt in verband gebracht met wat nodig is en met wat ik aan kan. De maat van de naastenliefde wordt niet bepaald door de nood van een ander maar door wat ik aan kan. Als het gaat over de opvang van (boot)vluchtelingen dan hoor je zeggen: “Wat erg toch dat deze mensen verdrinken. Maar we kunnen ze toch niet allemaal opvangen”. Onze bewogenheid verstijft gelijk weer tot bijna onbeweeglijkheid. We vangen eigenlijk maar mondjesmaat mensen op. Wat blijkt: naastenliefde naar onze maat is een uiting van burgerlijk fatsoen, van welbegrepen eigenbelang, van een oprecht medelijden waarmee we meestal niet verder aan de slag gaan. Op die manier heeft naastenliefde inderdaad niets te maken met geloof.

Van kerkmensen die Caritas / Diaconie in het vaandel hebben staan mag je dus best  iets meer verwachten. Een inzet die verder gaat dan wat ik vanuit mezelf aan kan. Vanuit mezelf zou ik het wellicht niet zien, maar geleid door het licht van het bijbels geloof zie ik in een mens in nood ook het gezicht van Christus. En als ik dat zie, dan hoor ik ook zeggen:

“Wat je aan de minsten der mijnen hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan”.

De naastenliefde van de gelovige treedt omwille van de ander buiten zichzelf. Liefde vraagt om toewijding en is bereid tot offer. Liefde overstijgt de grens van ‘ ik ben het die jou help’ naar “wij zijn zussen en broers in Jezus’ Naam”. In de christelijke naastenliefde zet Jezus zijn reddend werk in ons voort door aan ons te verschijnen als een zuster en broeder in nood.

Maar voor dat reddende werk heeft hij onze handen, onze daadkracht, onze creativiteit nodig. Door Hem naar elkaar op weg gezet kunnen we boven ons eigen “ik” uit werken. Niet wat ik kan is de maatstaf, maar de liefde die Jezus in ons wekt en waartoe Hij ons uitdaagt.